donderdag 10 januari 2013

Met m'n neus op de feiten

Zo, bijna zit mijn eerste ik-ben-een-echte-huis-moeder-fiets-muts-week erop! Heen en weer, weer en heen en dat bij elkaar 4 keer op een dag. Behalve de woensdag. En de vrijdag, die neem ik stiekem ook nog mee. Ze is lekker toch nog niet leerplichtig. En dinsdag aan het eind van de ochtend vond ik Roos zo moe, dat ik de juf vertelde dat ik haar ook even thuis hield. Al met al viel het mee. Houwuh zo, zou ik zeggen. Maar Roos vindt het zowaar LEUK op school. Dat wat ik niet had verwacht is toch gebeurd. In de volksmond heet dat ook wel een wonder. Toen ze één blik liet vallen op een rondslingerende broodtrommel móest ze ineens ook maar eten op school. En elke dag vragen of dat dan dé dag was waarop ze haar boterham mee mocht nemen. 'Nog een paar nachtjes slapen Roos, vanaf maandag mag je op school blijven eten.' Ze heeft er zin in, dus ik ook! Vandaag fiets ik voor de derde keer weer naar huis. Ik ben lekker op dreef en verbaas mezelf dat er zo'n vaart in zit. M'n band is niet hard, ik heb een tas met boodschappen en een knulletje van 10 kilo achterop en ik ben een paar mensen voorbij gefietst. En zoiets simpels levert me meteen een glimlach op. 'Goed zo Eef, daarom hoef jij niet naar de sportschool. Ga zo door, lekker vaartje joh.' En ik hoef maar zoiets kleins te denken of ik word met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik kijk vluchtig naar links en ineens scheurt er een vijftiger op een racefiets voorbij. 'Ja.. híj heeft een racefiets, zo kan ik het ook.' Had ik niet moeten denken. Twee studentikoze heren op oude barrels racen me voorbij, terwijl ik wind door mijn haren voel suizen door de snelheid die ik al maak. En zoiets kleins levert me dan weer een glimlach op. Ja, denk maar niet teveel, want voor je het weet wordt je met de neus op de feiten gedrukt. Het zij zo. Ik ga sporten.