zondag 9 november 2014

De kunst van het niksdoen

Ergens loopt het spaak. Ik ben me er al een tijdje bewust van. Ik kan niet niksdoen. Gewoon lekker niksen. Dat is schijnbaar niks voor mij. Het leven hedentendage is immers niet eenvoudig wanneer je wenst niets te doen. Je rolt van de ene verleiding in de volgende afleiding.

Ik wou dat ik kon vissen. Ik zou willen dat ik kon meepraten over de nothingbox. Bij mij staan er altijd een paar boxen tegelijkertijd open. Er geen enkele bevat niks.
Soms vraag ik me af hoe dat een paar eeuwen terug is geweest. Door de eeuwen heen is er zoveel veranderd. In plaats van dag in dag uit zwoegend rondkomen - en dat met de hele familie - is er steeds meer vrije tijd ontstaan. De aangename 8-8-8 wet garandeert ons van in elk geval heel wat uurtjes vrije tijd. Als ik om me heen kijk, en dan hoef ik echt niet ver te kijken, ik betrap mezelf er ook wel eens op, zie ik hoe nutteloos die tijd vaak wordt opgevuld.
Tv,pc, en allermodernste technologie vullen een hoop tijd. Ik kijk niet graag tv. Ik houd er altijd hetzelfde gevoel aan over als na het bakken van patat in de frituur. In eerste instantie lijkt het leuk, ontspannen en in het geval van patat ook nog lekker. Achteraf gezien vraag ik me af wat ik nu eigenlijk gezien heb, of het nuttig was en ben ik in het geval van de patat misselijk van de vettigheid.
En ik stel mezelf twee vragen: 1. Waar geniet ik van, waar vind ik ontspanning in en zoek ik dat ook op (knap hè, 3 in 1) 2. Ben ik te streng voor mezelf als het gaat over genieten? Is het mijn calvinistische opvoeding die bijdraagt aan mijn gevoel of het idee dat alles nuttig zou moeten zijn. In mijn hoofd spelen vaak de minderbedeelden een rol. Kennen de meeste mensen op deze aardbol wel vrije tijd? Ik denk wel eens dat wij ons in het rijke westen ons het recht op onzin toe-eigenen. Er is zoveel vrijheid dat we niet meer weten wat we ermee aan moeten. We hebben toch wel het recht op nutteloos vermaak dat bovendien nog vaak leidt tot een soort van 'preference drift', waarbij we moraal uit het oog dreigen te verliezen. Onze kinderen laten we aan hun lot over, al dan niet met een smartphone in de linker- en een tablet in de rechterhand. Het leven is maakbaar en moet pasklaar voor de wens van de mens worden gemaakt. We proberen te voorkomen dat dingen ons overkomen. Maar voor je het weet is het voorbij, en dan? En wat laat je achter als erfenis voor je kinderen? Het leven kent veel vrije tijd. Hoe vul ik die tijd in? In plaats van me in te laten met nonsense zou ik de kunst van het nietsen graag onder de knie willen krijgen. Bidden helpt me op de goede weg. Maar het zijn om te zijn, ja, daar kom ik over een half jaartje wel op terug. Oefening baart nietsdoen.

dinsdag 23 september 2014

Laatschap

Het is laat. En dat had het niet moeten zijn. Maar zo gaat dat, juist wanneer je je voorneemt eerder je bed op te zoeken. In elk geval bij mij. Ik zou mezelf eigenlijk laat mijn bed in moeten jagen om te zorgen dat ik eerder ga. Sommige types zijn gebaat bij zulk gedrag. Gewoon omgekeerd je wensen duidelijk maken en ze rennen voor je. Marinus heeft ook dit soort neigingen.

'Lieverd, je mag de kinderen niet op bed leggen hoor.' 'Ho, wacht eens even, dat gaat mooi niet door, ik leg ze wél op bed.'

Werkt trouwens niet altijd: 'Doe jij de afwas alsjeblieft niet!' 'Ok, tof.'

Ik had het over laatschap. Door laat te slapen, druk te zijn met niets en nog meer, werkt dat pannetje op mijn hoofd OF niet OF juist extra hard waardoor ik steken laat vallen. Ik ga voor dat laatste. Van de week deed ik iets doms. En ik geef mijn hoofd er gewoon de schuld van. Bij het deponeren van kleding in een Leger des Heils container mikte ik, zonder dat ik het direct in de gaten had, ook mijn telefoon in diezelfde container. Dat had geen groot probleem hoeven te zijn, mits ik op dat moment had geweten dat mijn telefoon in die container zat. Ik had kunnen bellen en dan had een aardige meneer hem zomaar uit de container gevist. Maar nee, 's ochtends mik ik 'm erin. Gedurende de dag denk ik af en toe, 'waar heb ik dat ding nu toch gelaten' en aan het eind van de dag valt het kwartje. Hm.. in de container.

In plaats van in de normale stress te schieten, lach ik er maar om en zeg tegen Roos en Jonathan als we eindelijk thuis zijn na een lange middag in de speeltuin: 'ooooooooooo mama heeft iets heeel doms gedaan.' En na hun oo's en aa's moet ik het Marinus uitleggen. Ik bereid hem voor en zeg dat hij vooral boos moet worden en mij moet vertellen hoe dom het is (in het kader van de omgekeerde tactiek). Ik vertel en hij zegt niks. Fijn. Missie geslaagd. Ik lach, hij niet. Ach, het is maar een telefoon.

Het is laat en het was druk, ik jaag mijn vinger door de staafmixer. Dat is gewoon dom. Het is laat en het was gezellig, ik zie Roos een chippie jatten van Jonathan terwijl ik een potje Canasta speel en zeg: 'hé! hé! hé! in sommige landen doen ze sommige dingen als jij zoiets doet en dat is niet leuk, want dat doet pijn, dus doe dat niet.' Vaag verhaal, heeft effect bij Roos. Ze snapt er geen snars van, kijkt verbijsterd en betrapt, terwijl de familie in een deuk ligt. Die begrijpen dat ik het over het afhakken van handen heb. Maar terwijl ik Roos wil waarschuwen dat ook chippies stelen niet deugd, wil ik haar ook niet onderwijzen in afschuwelijke strafmaatregelen die in andere landen wel toegepast worden. Ze weet het in elk geval, ze is betrapt en doet het vast nog een keer. Het is immers toch heerlijk om iedereen te zien lachen. Het is laat en het was goed. Ik ga slapen.