maandag 18 februari 2013

Achterdocht

Over wantrouwen en achterdocht gesproken: Marinus en ik liggen in bed en voor de verandering val ik eens eerder in slaap dan hij. Op het moment dat hij zijn licht uitdoet om te gaan slapen blijk ik weer tot leven te komen. Het mooie daarvan is, is dat ik daar niets meer van weet. En pas 's ochtends vroeg kan Marinus mij vertellen hoe enorm achterdochtig ik eigenlijk ben. Dus de volgende ochtend zegt Marinus als z'n wekker gaat: 'tjonge, ik heb echt enorm gelachen gisteravond.' Ik kijk verbaasd en probeer mijn geheugen op te frissen. Naar mijn idee hadden we nou niet een enorme lachkick de avond tevoren, dus ik heb wat gemist. Dat zeg ik hem dan ook maar. Hij pakt z'n telefoon en opent het kladblok. Zwart op geel, bewijs van uitgekraamde onzin. Op het moment dat Marinus zijn licht uitdeed scheen ik het volgende gezegd te hebben: E: jij bent een spion van de Duitsers M: hoezo denk je dat? E: je plakt overal stickers op M: ik ben geen spion van de Duitsers E: ik geloof je niet M: ik ben een spion van de Russen E: hm.. dat zal wel Tjonge, m'n eigen man verdenken en blijkt hij nog een spion van de Russen te zijn ook!! Dus i.p.v. 's avonds laat kon ik 's ochtends vroeg beginnen met een schaterlach. Wat een feest om te lachen om vreemde hersenspinsels. Heel onschuldige achterdocht is niet erg.